Direct je persbericht verspreiden onder journalisten, social-media en zoekmachines.
Startpunt voor de verspreiding van nieuwswaardige content.
Datum: maandag 20 juni 2016
Bron: Actueel Nieuws
18 juni t/m 6 november 2016
Gemeentemuseum Den Haag
Zich niet conformerend naar de internationale standaard van de abstractie, kiest een kleine groep Duitse kunstenaars in de tweede helft van de twintigste eeuw heel bewust voor de figuratie. Georg Baselitz, Markus Lüpertz, A.R. Penck en Jörg Immendorff verhouden zich tot de rijkdom van de Europese kunstgeschiedenis, terwijl ze tegelijkertijd niet om de schaduw heen kunnen die de erfenis van de Tweede Wereldoorlog daarop werpt. Waar abstractie de mogelijkheid biedt om bij die schaduw uit de buurt te blijven, vinden deze kunstenaars juist in de figuratie een manier om uiting te geven aan de culturele complexiteit van een gespleten Duitsland. Het Gemeentemuseum Den Haag presenteert Duitse naoorlogse figuratie in een grootse tentoonstelling van ruim tweehonderd werken op papier, aangevuld met enkele schilderijen.
De kunstenaars in deze tentoonstelling zijn allen rondom de Tweede Wereldoorlog geboren. Georg Baselitz (1938) en A.R. Penck (1939) groeien beiden op in Oost-Duitsland, maar vluchten respectievelijk in 1957 en 1980 naar West Duitsland. Ook Markus Lüpertz (1941) en Jörg Immendorff (1945-2007) worden in hun kunstopvattingen beïnvloed door het gepolariseerde, naoorlogse Duitsland. Hierbij speelt niet alleen de erfenis van de oorlog een rol, maar ook de sterke aanwezigheid van de VS en Sovjet Unie in Europa. De tentoongestelde kunstenaars voelen zich niet geroepen om politieke standpunten in te nemen, maar willen wel degelijk de situatie bevragen waarin zij zich bevinden. Ze maken gebruik van bekende, en vaak ook beladen, symbolen, die vervolgens in vervreemdende contexten worden geplaatst.
Penck blijft tot 1980 in Oost-Duitsland wonen en komt hier meermaals met het regime in conflict. Zijn ervaringen van ontheemding fungeren als basis voor zijn werk. Lüpertz vindt dat kunst de werkelijkheid als uitgangspunt moet nemen, om zo de geschiedenis te kunnen confronteren. Baselitz gaat zelfs zover dat hij de oriëntatie van zijn werken omkeert. Door ze ondersteboven op te hangen stelt hij op fundamentele wijze artistieke vanzelfsprekendheden ter discussie. Immendorff werkte vanuit de overtuiging dat kunst het enige middel is dat kan leiden naar een menswaardiger samenleving. Zijn allegorische kunstwerken komen voort uit een bezorgdheid over zowel de staat van de wereld als die van de kunsten.
Allen halen in hun beeldtaal inspiratie uit de expressionistische tradities, waarmee ze de existentiële verwarring die het gepolariseerde Duitsland veroorzaakt inzichtelijk en voelbaar maken. Hun werk roept vragen op en geeft een gevoel van mogelijke inzichten, zonder dat er concreet antwoord wordt gegeven of stelling wordt genomen. Ze nemen, net als hun abstracte collega-kunstenaars, uitgesproken conceptuele vertrekpunten. De figuratie dient uiteindelijk het doel om de ervaringen van gegevens als polarisatie, ontheemding en machtsstructuren in beelden te vatten. Voor het eerst toont het Gemeentemuseum Den Haag op zo een grote schaal het werk van deze kunstenaars, waarmee inzichtelijk wordt gemaakt hoe in een wereld gedomineerd door abstractie, de figuratie opnieuw een plek wist te verwerven.