Direct je persbericht verspreiden onder journalisten, social-media en zoekmachines.
Startpunt voor de verspreiding van nieuwswaardige content.
Datum: vrijdag 18 april 2014
Bron: Actueel Nieuws
Gemeentemuseum Den Haag
Van Balinese houtsnijkunst tot zilver uit Batavia, van Indonesische krissen tot Chinees porselein en van sirihkistjes tot Indische schilderijen: het Gemeentemuseum Den Haag brengt vanaf 5 april de fascinerende wereld van het Verre Oosten tot leven met een enorme diversiteit aan objecten. Aan de hand van de particuliere collectie van Jan Veenendaal, aangevuld met collectiestukken van het Gemeentemuseum, wordt de wisselwerking tussen Oost en West in beeld gebracht. Aziatische kunst en de Nederlandse smaak laat zien dat het samengaan van stijlen en culturen in de afgelopen vierhonderd jaar heeft geleid tot de creatie van bijzondere objecten.
Sinds de zeventiende eeuw hebben Nederlanders zich soms tijdelijk, soms permanent in Azië gevestigd. Eén ding hadden al deze mensen gemeen: ze kwamen aanvankelijk om geld te verdienen en die kansen te grijpen die Europa niet bood. In dienst van de in 1602 opgerichte Verenigde Oostindische Compagnie (VOC) hebben talloze Nederlanders en buitenlanders hun geluk in Azië gezocht. Hoewel de belangrijkste drijfveer uiteraard de (inter)Aziatische handel betrof, zorgden de contacten met tot dan toe onbekende culturen voor een niet te onderschatten neveneffect dat niet alleen zijn weerslag had op de Nederlandse, maar evenzeer op de Aziatische samenleving. Hoe deze cultuurshock zich vertaalde in de materiële cultuur van zowel het Oosten als het Westen, is het onderwerp van deze tentoonstelling.
Aziatische kunst en de Nederlandse smaak toont aan de ene kant voorwerpen van kunst en kunstnijverheid die voor de Europese, met name Nederlandse, markt waren bestemd. Ze vonden hun oorsprong in een lokale traditie, maar dan vertaald in een Westerse smaak. Aan de andere kant zijn er sier- en gebruiksvoorwerpen te zien die voor de Westerse, Euraziatische en Aziatische huishoudens in Azië zelf zijn vervaardigd. Bij deze objecten is de Westerse traditie juist aan de Oosterse smaak aangepast.
Collectioneur Veenendaal heeft op velerlei gebieden prachtige voorbeelden verzameld. De tentoonstelling beoogt zeker geen compleet overzicht te geven, maar eerder een caleidoscopisch beeld dat bezoekers de mogelijkheid geeft zich volledig onder te dompelen in de rijke cultuurgeschiedenis van Nederlanders in Azië. De kunstwerken vertellen stuk voor stuk een verhaal. De fraai gedecoreerde sirihkistjes zeggen bijvoorbeeld iets over het lokale gebruik om sirih te kauwen. De schilderijen van Jan Daniël Beijnon (1830-1877) tonen het Java van weleer. En dat Nederlanders in de zeventiende, begin achttiende eeuw dol waren op bloemen, is niet alleen te zien aan de decoraties op Bataviaas zilver, maar ook aan de uitgesneden bloemmotieven in kabinetten van ebben- en kaliatoerhout.