Direct je persbericht verspreiden onder journalisten, social-media en zoekmachines.
Startpunt voor de verspreiding van nieuwswaardige content.
Datum: vrijdag 5 juli 2013
Bron: Actueel Nieuws
Vandaag heeft de minister van Financien geantwoord op de vragen die de Vaste Kamercommissie voor Financien op 28 juni heeft gesteld. De brancheorganisaties (Adfiz, OVFD, NVGA, NVF en CFD) hebben kennisgenomen van de reactie van de minister. Hoewel de reactie vele pagina's telt blijven vele belangrijke vragen onbeantwoord. Zo wordt er niet ingegaan op de gevolgen van het stelsel op de toekomstige instroom van nieuwe adviseurs. Ook bagatelliseert de minister de kosten van het hele stelsel terwijl hij in zijn reactie aangeeft dat hij op voorhand geen inschatting kan maken van de kosten. Specialisatie zoals de minister voorstelt is niet de oplossing en ook niet in het belang van de klant. Dit leidt nl. tot een verschaling van het advies terwijl de klant juist een behoefte heeft aan breed en integraal advies. De verwachting is dat door het toetsen van oude kennis en de wijze van examinering (multiple choice) veel adviseurs een pe-opleiding of examentraining zullen gaan volgen. Deze tijd kan beter worden besteed aan het daadwerkelijk opdoen van actuele kennis en het verbeteren van de adviesvaardigheden. De minister herhaalt in zijn reactie vooral eerder ingenomen standpunten en komt niet tot de kern. Niet duidelijk wordt wat de noodzaak is om tot verplichte examinering over te gaan en of verplichte examinering daadwerkelijk bijdraagt aan een beter advies aan de klant.
Het blijft volgens de brancheorganisaties discutabel om met een beroep op verouderde onderzoeken van de AFM zwaardere vakbekwaamheidseisen op te leggen aan financiele adviseurs in vergelijking met ander beroepsgroepen. Hierbij wordt er ook volledig aan voorbij gegaan dat het onderzoek onder pensioenadviseurs al heeft geleid tot hogere vakbekwaamheidseisen op HBO-plusniveau en het opnieuw afleggen van een examen of doorlopen van een EVC-procedure voor alle huidige pensioenadviseurs. De AFM heeft de correlatie tussen de kwaliteit van advies en het ontbreken van vakbekwaamheid nog niet eerder onderzocht. Wel zijn er afzonderlijke onderzoeken gedaan naar de kwaliteit van advies en naar de wijze waarop vakbekwaamheid is geborgd. In de reactie wordt voorts voorbij gegaan aan de vele maatregelen die de afgelopen jaren genomen zijn. Voorbeelden hiervan zijn het provisieverbod, diplomaplicht per adviseur en de afzonderlijke module voor pensioenadvies. Ook zijn de leidraden van de AFM de afgelopen jaren onderdeel geweest van de PE-programma's.
Ondanks alle bezwaren vanuit de branche en de gefundeerde kritiek op het CDFD wijkt de minister in zijn reactie niet af van de eerder ingezette lijn door het CDFD. De negatieve gevolgen hiervan zijn nu al zichtbaar in de lopende consultatievoorstellen van het CDFD voor het inhaalexamen. De overlap in de modules leidt tot veel onnodige examenvragen die zeker niets gaan toevoegen aan de kwaliteit van het advies. Ook het ontbreken van een goede gelijkstelling- of vrijstellingsregeling is onacceptabel. De minister doorziet niet in volle essentie hoe desastreus het stelsel is als elke 3 jaar weer oude vakbekwaamheid wordt hertoetst. Dit is inherent aan de wijze van toetsen via een itembank. De databank moet een minimale omvang hebben. Deze wordt alleen bereikt indien ook bij herhaling oude kennis wordt geexamineerd. Permanente educatie wordt hierdoor permanente examinering van reeds eerder behaalde kennis en vaardigheden. Ook is nooit goed onderzocht of adviesvaardigheden en integriteit wel toetsbaar zijn via een itembank.
Adfiz, OVFD, NVGA, NVF en CFD zijn mening dat er na het zomerreces zo snel mogelijk een Algemeen Overleg moet worden georganiseerd over dit onderwerp. Wij stellen voor om voorafgaand aan het AO een rondetafel bijeenkomst te organiseren. Dit dossier is complex en vraagt om een gedegen debat. Het zou goed zijn als de minister vandaag nog via een motie wordt gevraagd om voorafgaand aan het nog te plannen AO geen onomkeerbare beslissingen te nemen op het gebied van vakbekwaamheid.
Bron: Nieuwsbank