Direct je persbericht verspreiden onder journalisten, social-media en zoekmachines.
Startpunt voor de verspreiding van nieuwswaardige content.
Datum: maandag 25 februari 2013
Bron: Actueel Nieuws
Met grote dank voor het goede werk van de Bredase rekenkamer weten we het nu helemaal zeker. De portemonnee van Bredase wethouder Boelema is leeg en de ene tegenvaller na de ander dient zich aan. De rekenkamer van Breda dook in een van de grootste financiele hoofdpijndossiers van de gemeente, het grondbeleid. De meest zwarte scenario's die het College de stad presenteerde blijken nog te rooskleurig. Er zal de komende jaren nog 150 miljoen euro extra worden afgeschreven. Dat is ongeveer 7 euro op elke 100 die de gemeente uitgeeft. De rekenkamer presenteert de naakte cijfers en adviseert de gemeenteraad niet te gaan zwartepieten en vooral te kijken naar oplossingen. Maar als we niet weten wie verantwoordelijk was en wat zijn of haar fouten waren kunnen we er niets van leren.
Het makkelijkst is het natuurlijk om de grote `onverwachte' bankencrisis in Amerika de schuld van alles te geven. Dat is echter te simpel. De SP waarschuwde immers al jaren op rij voor de grootheidswaanzin van de gemeente. Het gemak waarmee wethouders Heerkens, Oomen en Van Yperen in de vorige perioden voorsorteerden op toekomstige winsten was voor de SP-fractie toen al een doorn in het oog. Het grondbedrijf werd misbruikt als handige stelpost op de begroting. De te verwachten opbrengst werd steeds hoger en hoger opgevoerd naarmate de wethouders hun kadootjes aan de stad uitdeelden. Actief grondbeleid had niet meer primair een ruimtelijke ontwikkeling tot doel maar werd vooral een melkkoe. Er werd zelfs een onmogelijke taakstelling opgelegd van 70 miljoen. Dat bedrag moest koste wat het kost opgebracht worden voor de speeltjes van toenmalige colleges.
In de grootheidswaan van die dagen is Breda overladen met plannen voor woningbouw (bij voorkeur in het dure onbereikbare segment), kantoren en winkelruimte. De hoeveelheid geprojecteerde woningen voor de komende 10 jaar stond twee jaar geleden op circa 22.000. Van de provincie mag Breda er in die periode maar 7.000 bouwen. Een dergelijke overprogrammering is bij de kantoren en het winkeloppervlak ook te zien. Willens en wetens gingen en gaan de wethouders door met inboeken ervan. Het levert immers op papier een positief resultaat op voor het huishoudboekje van de wethouder van financien. Je zou het kunnen vergelijken met het nemen van een hypotheek op de overwaarde van je huis. Geen garantie dat je ooit die prijs voor je huis krijgt natuurlijk.
Bij een hypotheek op de overwaarde van je huis zit nog de plicht dat je het in ieder geval aan onderhoud of uitbouwen van het huis moet besteden en niet aan pleziertjes als dikke auto's of vakanties. Helaas zit die restrictie niet op de resultaten van het grondbedrijf. De positieve cijfers zijn door voorgangers van wethouder Boelema met veel genoegen gespendeerd aan projecten die van zichzelf nooit veel geld hebben terugverdiend. in tegendeel de haven rendeert niet en MOTI en het Chassetheater kosten ons nog jaarlijks miljoenen aan belastinggeld. Het past allemaal wel in de hedonistische tijdgeest van de opeenvolgende stadsbestuurders. We leven nu en genieten nu. Na ons de zondvloed.
We moeten constateren dat de zondvloed nu reeds komt. De belofte van eeuwige groei kwam er niet, zoals was te verwachten. Alle reden dus om de naakte cijfers van het grondbedrijf niet alleen boekhoudkundig te benaderen maar ook ideologisch. Wat heeft Breda nodig, wat is goed voor Breda en welke grondpositie past daarbij? Een sober en actief grondbeleid waarbij de grond niet wordt getaxeerd op verwachte megawinsten. Wat de SP betreft gaan we de grond voortaan ook in pacht uitgeven. Dan blijft de zeggenschap ook bij ons. In verloop van tijd hoeft de gemeente dan niet meer mee te doe aan de gekte van de vastgoed- en grondspeculanten. De gemeente is immers geen ondernemer. De gemeente is er voor het behartigen van het algemeen belang. Daar krijgt ze van de inwoners een flinke zak geld voor waar ze zuinig en spaarzaam mee moet zijn. Breda verdient een rekenkamer als deze om zich daar telkens weer alert op te maken.
© Nieuwsbank