Direct je persbericht verspreiden onder journalisten, social-media en zoekmachines.
Startpunt voor de verspreiding van nieuwswaardige content.
Datum: vrijdag 30 september 2016
Bron: Actueel Nieuws
Bijna zes procent van de mbo-studenten gaat voor zijn opleiding naar het buitenland. Dat blijkt uit de verzamelde cijfers over studentenmobiliteit in het mbo, die EP-Nuffic en SBB (Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven) vandaag openbaar maken. Het percentage buitenlandgangers ligt een stuk hoger dan werd aangenomen.
In 2013 had 5,7 procent van de afgestudeerde mbo’ers een buitenlandse studie-ervaring op zak. Daarmee heeft Nederland de EU-doelstelling voor studentenmobiliteit in het mbo voor 2020 al bijna bereikt. Het streven is dat in dat jaar minimaal zes procent van de mbo-afgestudeerden tenminste twee weken naar het buitenland is geweest voor studie of stage. In de sector Voedsel, groen en gastvrijheid is het aantal studenten (3.737 in 2013) dat de grens overgaat verreweg het hoogst.
“Het is geweldig dat mbo-studenten naar het buitenland gaan. Dat moeten we zeker blijven stimuleren, ook in de andere sectoren”, zegt Freddy Weima, directeur van EP-Nuffic. “Maar ook voor de overige 94 procent valt er nog een wereld te winnen. Dat hoeft niet altijd een buitenlandstage of uitwisseling te zijn. Virtuele samenwerking met een school elders in de wereld of leren in de praktijk bij een internationaal leerbedrijf zorgen er ook voor dat studenten goed voorbereid hun loopbaan kunnen starten.”
De cijfers zijn tot stand gekomen dankzij het samenwerkingsverband dat EP-Nuffic en SBB onlangs hebben bekrachtigd. Gerrit Veneboer, directeur beleid van SBB, wil graag faciliteren dat er de komende jaren nog meer mbo-studenten naar het buitenland gaan. “We gaan het aantal erkende leerbedrijven in het buitenland daarom verder verhogen. Bijzonder van het buitenland is dat mbo-studenten daar het vak in de praktijk kunnen leren en tegelijkertijd kunnen kennismaken met de cultuur en taal van dat land.”
Internationale keuzedelen
De internationale keuzedelen ziet Veneboer als een grote impuls voor internationalisering: ”Studenten kunnen met bijvoorbeeld de keuzedelen 'Werken in het buitenland', 'Het overbruggen van culturele diversiteit' en 'Duits' hun zomerbijbaan combineren met het leren van een taal. Nu al gaan meer dan honderd opleidingen deze internationale keuzedelen aanbieden”.
Bijna alle studenten die een periode naar het buitenland gaan zijn minimaal achttien jaar oud. Meer dan twee derde is tussen de 19 en 21 jaar. Vrouwelijke studenten gaan bijna twee keer zo vaak naar het buitenland als hun mannelijke tegenhangers. De populairste bestemmingen liggen allemaal in Europa: Spanje, België, Duitsland, Engeland en Oostenrijk zijn favoriet.
Een van de mbo-studenten die voor zijn stage naar het buitenland ging, is Damian Gakes. Hij volgt de opleiding Manager / Ondernemer Horeca bij Zadkine in Rotterdam en liep stage in IJsland bij een congres- en concertcentrum in Reykjavik. Het was vanzelfsprekend voor Damian dat hij in het buitenland op stage zou gaan. “Eigenlijk snap ik het niet dat sommige studenten geen buitenlandstage doen. Mijn opleiding heeft goede contacten in het buitenland en biedt mooie stageplekken aan. Zo’n kans krijg je nooit meer.”