Direct je persbericht verspreiden onder journalisten, social-media en zoekmachines.
Startpunt voor de verspreiding van nieuwswaardige content.
Datum: woensdag 10 juni 2015
Bron: Actueel Nieuws
Nederland - NRC Handelsblad publiceerde op 10 juni een artikel naar aanleiding van de dissertatie A Public Anthropology of Policing: Law Enforcement and Migrants in the Netherlands. In deze studie analyseert Paul Mutsaers hoe de politie omgaat met migranten, binnen de eigen organisatie en op straat. Vanuit de Tilburg University verrichtte hij tussen 2008 en 2015 uitgebreid onderzoek naar discriminatie door Nederlandse politiemedewerkers. Korpschef Gerard Bouman gaat in op de bevindingen.
In NRC stelt antropoloog Paul Mutsaers dat de politie gaat werken met zogenoemde ‘stopformulieren’. Deze proef zou volgens de onderzoeker na de zomer van start gaan in Tilburg. Hiervan is echter geen sprake. Noch zijn er concrete afspraken gemaakt om met dergelijke fomulieren te gaan werken.
De politie wijst etnisch profileren in elk opzicht af, stelt korpschef Bouman resoluut: ‘Wij zijn er voor iedereen en de burger is onze belangrijkste partner. Voor het korps geldt daarom dat gelijkwaardigheid en het tegengaan van discriminatie altijd en overal tot de belangrijkste aspecten behoren van het werk en haar professionele identiteit. Politiemedewerkers moeten zich laten leiden door de kernwaarden: integer, betrouwbaar, moedig en verbindend. Etnisch profileren en discriminatie doen afbreuk aan deze kernwaarden.’
Contraproductief
Louter selecteren op uiterlijke kenmerken vindt Bouman bovendien inefficiënt en contraproductief: ‘Als agenten etnisch profileren, besteden zij eenvoudigweg kostbare tijd aan de verkeerde personen. Bepaalde groepen onnodig vaak controleren, kan tevens ten koste gaan van de samenwerking met en het vertrouwen van deze burgers. Het leidt tot verwijdering en niet tot de verbinding met de samenleving die de politie beoogt.
Onderscheidingsvermogen
Het handhaven van de rechtsorde vergt van politiemensen dat zij verdachte omstandigheden kunnen onderscheiden van niet-verdachte. Dat vraagt om een goed ontwikkeld onderscheidingsvermogen. Natuurlijk maken politiemensen daarbij soms inschattingsfouten. Het korps is zich daarvan bewust en investeert permanent in het leren en daardoor in de toekomst voorkomen van dergelijke fouten. Dat gebeurt door het gesprek aan te gaan met groepen in de samenleving, door dit vraagstuk intern bespreekbaar te maken en via onder meer opleiding en gerichte training van studenten, medewerkers en leidinggevenden.
Belang van diversiteit
Van stelselmatig etnisch profileren of discrimineren binnen en door de politie is volgens Bouman dan ook geenszins sprake: ‘Diverse wetenschappelijke onderzoeken onderbouwen die conclusie. De korpsleiding onderstreept het belang van diversiteit nadrukkelijk. Diversiteit in samenstelling, denken en handelen leidt tot een meer genuanceerde politie, die ruimte biedt aan uiteenlopende inzichten en opvattingen. Dat bevordert onze professionaliteit en slagvaardigheid.'
Laagdrempelig en effectief
Het korps staat open voor alle suggesties die hieraan een bijdrage kunnen leveren en zal de haalbaarheid en het mogelijke nut ervan zeker bestuderen. Bouman: ‘Dat geldt eveneens voor het eventueel registreren van staandehoudingen en aanhoudingen in relatie tot etnische achtergrond. Ik zie verder geen aanleiding om de klachtenprocedure aan te passen. Deze is ook als het gaat om etnisch profileren of discriminatie laagdrempelig en effectief. Het toezicht op de politie is in Nederland democratisch en bijzonder gedetailleerd geregeld. Het instellen van een burgerraad als democratische tegenmacht en monitor van politieoptreden heeft in mijn beleving dan ook geen enkele toegevoegde waarde.’
Bron: Politie.nl