OM eist 21 maanden cel poging afpersing

De advocaat-generaal (OM) in Den Haag heeft vandaag in hoger beroep 21 maanden celstraf geeist tegen een van de verdachten van een poging afpersing van EUR 25 miljoen van twee broers uit de omgeving van Den Haag in september/oktober 2004. Omdat de andere verdachte ongeneeslijk ziek is, eiste het OM in zijn zaak een schuldigverklaring zonder oplegging van straf. De slachtoffers exploiteren een bloemenexportbedrijf. De verdachten wisten via een contact bij een bank dat de broers over veel geld beschikten.

Verdachten pleegden een kleine tien jaar geleden in wisselende samenstelling met meer verdachten soortgelijke strafbare feiten. Een aantal verdachten kon meteen worden aangehouden, een ander aantal pas in 2007. Daarna kon de zaak pas goed worden onderzocht. In de visie van het OM hebben deze twee verdachten ernstige bedreigingen geuit aan het adres van de twee broers en een aantal van hun familieleden. De bedreigingen werden telefonisch en via de mail geuit, via dreig- en kogelbrieven en door vernielingen.

Het OM is van mening dat alleen een onvoorwaardelijke celstraf recht doet aan de ernst van het feit. "Een poging afpersing is een ernstig misdrijf. Beide broers, maar ook andere familieleden, zijn en voelden zich ernstig bedreigd door verdachten. Zowel telefonisch als per mail zijn ernstige, niet mis te verstane, bedreigingen geuit. Het ergst vindt het OM de bekladdingen met de rode verf. Niet alleen houden de tekeningen een bedreiging in, maar de verdachten zijn hiermee wel heel erg in de privesfeer van de slachtoffers getreden. Op die manier werden de geuite bedreigingen voor hen nog reeler", aldus de advocaat-generaal op de zitting.

De rechtbank veroordeelde verdachten eerder tot 36 en 12 maanden cel na een eis van de officier van justitie van 36 en 24 maanden cel. Verdachten en het OM stelden hoger beroep in. Het OM heeft later het hoger beroep in een zaak ingetrokken. Uitspraak (naar verwachting) over twee weken.

Bron: Nieuwsbank