Direct je persbericht verspreiden onder journalisten, social-media en zoekmachines.
Startpunt voor de verspreiding van nieuwswaardige content.
Datum: woensdag 1 mei 2013
Bron: Actueel Nieuws
Hoe ouder een kind is dat zich bij het kennis- en zorgcentrum voor genderdysforie van VUmc aanmeldt, en daarbij intense genderdysfore gevoelens aangeeft, hoe groter de kans is dat hij of zij later een geslachtsverandering wil ondergaan. Voor jongens blijkt de kans groter dat de genderdysfore gevoelens op latere leeftijd afnemen dan voor meisjes. Dat staat in het proefschrift waarmee Thomas Steensma op 3 mei promoveert. In het proefschrift van medisch psycholoog Thomas Steensma is de ontwikkeling van kinderen onder de 12 jaar die zich aanmelden bij het kennis- en zorgcentrum voor genderdysforie van VUmc uitgebreid in kaart gebracht. Daarvoor werden de kinderen die zich hadden aangemeld, op latere leeftijd - in de adolescentie - weer opgezocht. Op die manier is inzicht ontstaan in welke factoren ertoe bijdragen dat genderdysfore gevoelens blijven bestaan of afnemen.
Uit dit onderzoek komt naar voren dat hoe ouder het kind bij aanmelding is en hoe intenser de genderdysfore gevoelens zijn in de kindertijd, hoe groter de kans is dat de genderdysforie in de toekomst zal blijven bestaan. Voor jongens blijkt daarbij de kans groter dat de genderdysfore gevoelens afnemen dan voor meisjes.
Een cruciale periode in de ontwikkeling waar de genderdysforie toe- of afneemt, ligt tussen het 10e en 13e levensjaar. Belangrijke factoren in deze periode zijn de puberteit met de lichamelijke veranderingen, maar ook de veranderingen op sociaal gebied en de beleving van verliefdheid en seksualiteit. Factoren die zorgvuldig en uitgebreid dienen te worden nagelopen en besproken door professionals alvorens er beslissingen worden genomen op zowel sociaal, gedragsmatig als medisch vlak die verstrekkende gevolgen kunnen hebben.
Bij het kennis- en zorgcentrum voor genderdysforie van VUmc melden zich jaarlijks rond de 50 kinderen jonger dan 12 jaar, die het gevoel hebben in een verkeerd lichaam te zitten. Het blijkt echter dat maar een klein deel van deze kinderen op latere leeftijd nog steeds genderdysfore gevoelens hebben. De meeste van deze kinderen melden zich dus niet aan om een geslachtsaanpassende behandeling te ondergaan.
Bron: Nieuwsbank