KNWU stelt onderzoeks- en adviescommissie antidoping in

Nieuwegein, 6 november 2012 

KNWU gaat onderzoeks- en adviescommissie antidoping aanpak instellen 

De KNWU heeft besloten een commissie in te stellen met een tweeledige opdracht: 


1. onderzoek te doen naar de feiten en bevindingen ten aanzien van de 'dopingcultuur' en de antidoping aanpak zoals die in de Nederlandse wielersport functioneerde c.q. op dit moment functioneert. Dit onderzoek dient zoveel mogelijk de gangbare praktijken en systemen zichtbaar te maken, tekortkomingen bloot te leggen en te laten zien welke stappen inmiddels gezet zijn en nog gezet moeten worden; 


2. met concrete aanbevelingen c.q. voorstellen te komen ter verbetering van de huidige anti doping aanpak, dit binnen de context van het beleid van NOC*NSF en de mondiale ontwikkelingen van de wielersport. De commissie zal haar werk verrichten binnen de kaders van de Wereld Anti Doping Code. Een belangrijk uitgangspunt daarbij zal zijn dat de commissie sporters en anderen (begeleiders) die (volop) meewerken aan dit onderzoek tegemoet kan komen in eventuele sanctionering. De precieze opdrachtformulering en samenstelling van de commissie zal de komende weken uitgewerkt worden in nauw overleg en samenwerking met de Nederlandse Dopingautoriteit, NOC*NSF en het departement van VWS. De commissie zal uiterlijk 30 november geïnstalleerd worden en gevraagd worden haar onderzoeks- en adviesrapport uiterlijk 1 juni 2013 op te leveren. 

Nadere toelichting 
Naar aanleiding van het USADA-rapport (casus Armstrong) en daar van afgeleid het beëindigen van de Rabobank als sponsor van het professioneel heren wegwielrennen verkeert het professionele wielrennen internationaal in een crisis. Dopinggebruik was in het verleden, naar is gebleken, de gangbare cultuur. Internationaal en nationaal zijn de afgelopen jaren al grote stappen gezet in het antidopingbeleid (where-abouts, bloedpaspoort, intensivering en professionalisering controles). De laatste jaren lijkt het peloton 'schoner geworden'. De KNWU is van oordeel dat niettemin meer dan ooit de geloofwaardigheid van de professionele wielersport en alle betrokkenen in het geding is. De kernvraag voor de KNWU is of en in hoeverre anno 2012 met recht vastgesteld kan worden dat er nu geen sprake meer is c.q. kan zijn van systematisch dopinggebruik in een cultuur die dat tolereert, daartoe verleidt of misschien soms zelfs aanmoedigt. De vraag of de meer recente afgelopen jaren (tot vandaag de dag) een dopingcultuur wel of niet (nog) gemeengoed is in het wielrennen, kunnen wij met onvoldoende zekerheid beantwoorden. 

De UCI gaat als bekend een internationale commissie instellen die onderzoek gaat doen naar 1. de beschuldigingen die de USADA aan het adres van de UCI heeft gedaan inzake de Armstrong-case en 2. mogelijkheden om personen met een dopingverleden niet langer te kunnen laten deelnemen in de wielersport. Een belangrijke en goede stap. 

Naar het oordeel van de KNWU kan en moet er internationaal en nationaal meer gebeuren. Meer en steviger maatregelen en hervormingen zullen er moeten komen om uit deze crisis te komen en om weer aan geloofwaardigheid en vertrouwen te winnen. De KNWU heeft bij brief d.d. 25 oktober 2012 aan de UCI hier nadrukkelijk aandacht voor gevraagd. Binnen het nationale antidopingbeleid is de sport zelf verantwoordelijk om het dopinggebruik tegen te gaan.

©Nieuwsbank