Direct je persbericht verspreiden onder journalisten, social-media en zoekmachines.
Startpunt voor de verspreiding van nieuwswaardige content.

Persbericht verzenden

Persbericht

Utrecht als meest competitieve regio van Europa

Datum: maandag 2 september 2013

Bron: Actueel Nieuws

2 september 2013 -

In stad en provincie Utrecht trok men in 2010 de wenkbrauwen op. De provincie bleek in de European Competitiveness Index (ECI) van de Europese Unie niet alleen de meest competitieve en groeikrachtigste economie van Nederland, maar zelfs van heel Europa. Helemaal verwacht werd het niet. Anno 2013 komt Utrecht wederom als beste uit de bus. Het kan geen toeval meer zijn?

Desalniettemin overheerst bij menigeen de perceptie dat het bij economisch concurrerende steden en regio’s in Europa meer gaat om steden als London, met de City en de Docklands, de hoogste huizenprijzen en The Shard als nieuwste hoogste wolkenkrabber van Europa, exact drie maal zo hoog als de Domtoren, Parijs met La Defense, haar vliegvelden en haar netwerk van metro en hogesnelheidstreinen, Milaan met de meest gediversificeerde en grootste economie van Italië, Oxford en Cambridge met hun topuniversiteiten en science-parks, of München met de Bourgondische levensstijl gekoppeld aan hard werken in de meest aansprekende Duitse hightech bedrijven als Siemens, BMW en Fujitsu. Waarom scoort Utrecht zo hoog? En wat betekent het - kan Utrecht buitenlandse investeerders verwachten die aankloppen voor bedrijfsruimte? Enkele kanttekeningen bij de nieuwste benchmark, over: (1) de bruikbaarheid van benchmarks, (2) het karakter van de ECI-benchmark en de score van Utrecht hierop, en (3) de relatie van de Utrechtse economie tot haar buren - vooral Amsterdam.

1. Benchmarks

Regionale en stedelijke economische benchmarks zijn doorgaans niet heel gedegen wetenschappelijk onderbouwde producten. Ze zijn wel populair onder beleidsmakers, en er zijn er ook heel veel. Een studie van de Universiteit Utrecht en het Planbureau voor de Leefomgeving uit Den Haag die over enkele maanden verschijnt[1] telt er zo al een stuk of vijftien waarin Nederlandse steden meedoen. Utrecht legt het in die andere veertien benchmarks altijd steevast af tegen Amsterdam, en ook tegen de eerder genoemde usual suspects als Londen, Parijs en München. De studie waarschuwt dat benchmarks vaak appels met peren vergelijken en arbitraire gewichten toekennen aan veel verschillende variabelen. Zo ook de ECI. 73 indicatoren worden meegewogen voor alle Europese Unie regio’s (inclusief Kroatië)[2]. Ze zijn gegroepeerd in drie pijlers: basisindicatoren, efficiency-indicatoren en innovatie-indicatoren. Hierover zo meer. Is het wel nuttig om de hele regionale economie samen te vatten in één rapportcijfer? Het voor de hand liggende antwoord is “nee”. Bedrijven in regio’s concurreren op verschillende markten, met bedrijven uit andere regio’s die in dezelfde sectoren zijn gespecialiseerd. Zuid-Holland concurreert met Andalusië op tuinbouwproducten voor de markt in Duitsland. London concurreert met Frankfurt op financiële diensten voor de markt in de rest van Europa. Utrecht concurreert met Kopenhagen op ICT-dienstverlening en met Cambridge en Oxford op biotechnolgie op de Europese markt. Concurrentie is dus per definitie sector- en regiospecifiek. In deze handelsinterpretatie van competitie zijn het vooral bedrijven die onderling concurreren - het regionale productiemilieu is hierin wel belangrijk, maar niet voor alle bedrijven in alle Europese steden in gelijke mate. Steden concurreren onderling ook om talent, buitenlandse investeringen en samenwerking in R&D en innovatie. Maar ook daarin bestaan verschillende speelvelden. Eindhoven wil net als München kenniswerkers voor in de hightech industrie, Utrecht wil ze net als Leiden en Cambridge voor in de life-sciences. Antwerpen en Hamburg die Rotterdam verdringen om havengerelateerde investeringen zijn een zorg voor de Maasstad - niet Boekarest of Lodz die om investeringen in de meubelindustrie in de markt zijn.

2. De European Regional Competitiveness index (ECI) 2013 Als er dan toch een gezaghebbende benchmark is die regio’s en steden economisch vergelijkt, dan is het toch wel de ECI. Deze benchmark heeft iets voor op andere ranglijstjes. Er zijn veel indicatoren gebruikt, en die worden in vijf zones in Europa anders gewogen. In Oost-Europa tellen de basisindicatoren harder mee, in West-Europese regio’s de effieciency- en innovatie-indicatoren. Oost-Europa wordt zo niet automatisch gestraft voor hun structurele lage potentieel in kenniseconomie. Desalniettemin eindigen Roemeense, Bulgaarse, Kroatische en Griekse (!) regio’s, afgezien van de hoofdsteden, vrijwel allemaal onderaan de ranglijst. Zelfs de basisfactoren, als veiligheid, gezondheid en instituties (corruptie) zijn er vaak niet op orde. Verder zijn alle factoren relatief gemaakt - per hoofd van de (beroeps-)bevolking. Londen en Parijs zijn daarmee als grootste steden niet automatisch het meest competitief. Toch kun je hier kritiek op hebben: massa blijkt in de regionale economie wel degelijk uit te maken en meer interactie en samenwerking mogelijk te maken[3], en dat lijkt nu minder gewicht te krijgen.

Opvallend is dat Utrecht het op alle indicatoren goed tot uitstekend doet. Terwijl we zelf onze macro-economische stabiliteit steeds meer in twijfel trekken, scoort Nederland (en daarmee Utrecht) zelfs beter dan Duitsland en Scandinavië. Minder verrassend zijn de uitstekende scores van Nederlandse regio’s op gezondheid, basisonderwijs, infrastructuur (weg- en luchtbereikbaarheid) en de kwaliteit van instituties (veiligheid, betrouwbaarheid overheid). De basispijler telt voor 20% mee in het geval van Utrecht (60% voor Timisoara in West-Roemenië). Ook de hoge scores op de tweede pijler, die voor Utrecht maar liefst voor 50% meetelt, zijn plausibel. De pijler is opgebouwd uit indicatoren van marktbereik (hoeveel consumenten en bedrijven zijn er vanuit de regio te bereiken), arbeidsmarkt efficiency (vacatures, werkloosheid) en het aantal hoger opgeleiden (HBO en wetenschappelijk). Vooral qua marktbereik leggen Scandinavische regio’s het af, en qua arbeidsmarkt de Zuid-Europese regio’s. Toch is het opvallend dat Nederlandse regio’s (naast Utrecht vooral Noord- en Zuid-Holland) beter scoren dan Vlaamse en Duitse regio’s. De grootste vraagtekens zijn te plaatsen bij de derde pijler - innovatie (die voor 30% meetelt). Het gaat dan om indicatoren als R&D-uitgaven, patenten, ICT-gebruik en ICT-toegankelijkheid, wetenschappelijke productie en publicaties, en personeel werkzaam in wetenschap, zakelijke dienstverlening en techniek. Hoewel de dienstengeoriënteerde kenniseconomische specialisaties van ICT (waaronder de gaming industrie), zakelijke diensten, ingenieursbureaus, consultancy en wetenschap natuurlijk wel degelijk in Utrecht aanwezig zijn[4], is een regio als Eindhoven veel R&D-intensiever en genereert het ook veel meer patenten. En ook veel andere regio’s in Europa scoren hoger op deze indicatoren dan Utrecht - zelfs per hoofd van de beroepsbevolking. De top-5 score van Utrecht is daarmee opmerkelijk.

3. Wat is een functionele regio?

Tenslotte is opmerkelijk dat omvang toch uit lijkt te maken in de benchmark, en wel via de gebiedsafbakening. Ten opzichte van de 2010 meting zijn Wenen en het in oppervlakte veel grotere Niederösterreich samengevoegd tot een zogenaamde functionele regio waarin pendel zich grotendeels binnen de grenzen afspeelt. Brussel is op vergelijkbare wijze samengevoegd met twee Waalse en een Vlaamse regio, Londen met drie omringende regio’s en Berlijn zelfs met het in oppervlakte zevenvoudige Brandenburg, inclusief nieuw (ooit te openen) vliegveld. Utrecht, Noord-Holland en Zuid-Holland zijn de discussie van minister Plasterk over provinciale opschaling ten spijt[5], apart gebleven als regio’s en worden vergeleken met Greater-London en Gross-Berlin. Toch appels en peren?

Relativering

Het zal duidelijk zijn dat Utrecht buitenlandse investeringen, studenten en kenniswerkers kan verwachten die aansluiten bij de lokale competenties. Dat is dus niet in alle sectoren. Het is ook aannemelijk dat Utrecht vooral functioneert in samenspel, en wellicht zelfs wel in de schaduw van, Amsterdam. Utrecht gedoogd de grootschaligheid van haar buurman, maar omarmt het zelf niet. De nadelen, als congestie en hoge vastgoedprijzen, gaan aan Utrecht voorbij. De voordelen van de grootste agglomeratie in Nederland liggen binnen handbereik, met een tienbaans snelweg en een verbreed spoor. Ondertussen ligt Utrecht als de ideale provinciestad verscholen in groene en blauwe natuur. Wellicht is deze “borrowed size with own identity” wel de grootste competitieve kracht van Utrecht[6] - het is een stad om gezond en duurzaam in te wonen en werken, te midden van een van de economische powerhouses van Nederland en dichtbij andere Europese economische agglomeraties.

Bronnen

[1] Mark Thissen, Frank van Oort, Dario Diodato & Arjen Ruijs (2013), Regional competitiveness and smart specialization in Europe. Place-based development in international economic networks. Cheltenham: Edward Elgar.

[2] Paola Annoni & Lewis Dijkstra (2013), European Regional Competitiveness Index 2013. Brussel: DG Regio, European Union.

[3] Thissen et al (2013), ibid.

[4] Frank van Oort (2013), Arbeidsmobiliteit en het benutten van kansen in de regionale kenniseconomie van de regio Utrecht. Onderzoek voor de Economic Board Utrecht, Universiteit Utrecht.

[5] Frank van Oort (2013), “Noordvleugelprovincie: investeren in regionale competenties, niet bezuinigen”, in Provincienieuws Utrecht, concludeert dat er een grote overlap en complementariteit is in economische specialisaties en human capital in Amsterdam en Utrecht, en dat opschaling nut kan hebben, mits de opgeschaalde provincie ook instrumenten krijgt die zorgen voor innovatie, samenwerking en hoogwaardige en flexibele arbeidsmarkt dynamiek.

[6] Gebaseerd op Evert Meijers, Martijn Burger, Frank van Oort & Mark Thissen (2013), Stedelijke netwerken, concurrentiekracht en “borrowed size”. Een onderzoeksproject van de Universiteit Utrecht en de Technische Universiteit Delft.

Door Frank van Oort, hoogleraar Stedelijke Economie, Universiteit Utrecht


Novisource staat voor overname van OPDION Services
Novisource is in een vergevorderd stadium met de aandeelhouders van OPDION Services B.V. (OPDION)..
7 jaar geleden via Actueel Nieuws
Burgemeester geeft startschot cursus Erfgoed Utrecht
Utrecht, 24 februari ..
7 jaar geleden via Actueel Nieuws
Derde uur bewegingsonderwijs onhaalbaar en onbetaalbaar
Het kost honderden miljoenen euro’s om alle leerlingen in het primair onderwijs..
7 jaar geleden via Actueel Nieuws
Winstgroei BK ingenieurs in 2016 en goede vooruitzichten 2017
27 februari 2017 - BK ingenieurs boekte in 2016 een positief resultaat. De winst kwam uit op..
7 jaar geleden via Actueel Nieuws
Denk ggz stopt na aanhoudende klachten over politieke beweging
GGZ Friesland stopt met het gebruik van de merknaam Denk en de domeinnaam www.denk.nl. De Friese..
7 jaar geleden via Actueel Nieuws
26e RBT Nieuwegein
Het RBT Nieuwegein een initiatief van de badmintonverenigingen BAD'87 en de R.B.C.N. uit..
7 jaar geleden via Actueel Nieuws
Eerste praktijktest autonoom rijden van Nissan in Europa
Een autonoom rijdend prototype van Nissan is vandaag ten doop gehouden in het oosten van Londen...
7 jaar geleden via Actueel Nieuws
Care Autoschade Zaandam naar Martin Schilder Groep
9 februari 2017 - De activiteiten van Care Autoschade Alkmaar en Zaandam zijn overgenomen door het..
7 jaar geleden via Actueel Nieuws
Meierijstad kiest voor vernieuwend Greenwheels concept
- Twaalf Volkswagens up! als dienstauto voor 600 gemeentemedewerkers - Volledig ontzorgd..
7 jaar geleden via Actueel Nieuws
start experimenten met directe hulp bij gasschade
Vereniging Eigen Huis heeft Nationaal Coördinator Groningen (NCG) Hans Alders vandaag..
7 jaar geleden via Actueel Nieuws