Direct je persbericht verspreiden onder journalisten, social-media en zoekmachines.
Startpunt voor de verspreiding van nieuwswaardige content.
Datum: maandag 5 november 2012
Bron: Actueel Nieuws
Twee tot vijf jaar na de diagnose van kanker gaan patienten vaak naar de huisarts. Nu patienten met kanker steeds langer overleven, moeten huisartsen zich voorbereiden op een grotere rol in de nazorg, omdat specialisten dat niet meer aankunnen. Hiervoor moeten de richtlijnen worden aangepast,
betogen onderzoekers van het NIVEL in het Journal of Clinical Oncology.
Ieder jaar krijgen wereldwijd 12,7 miljoen patienten kanker. Gelukkig verbeteren de behandelingen waardoor meer mensen vijf jaar na de diagnose nog in leven zijn. In Nederland is de vijfjaarsoverleving toegenomen van 47% in de begin jaren negentig tot 59% tussen 2004 en 2008. Kanker wordt meer
en meer een chronische ziekte die ook aandacht van zorgverleners vraagt op de lange termijn. Veel patienten kampen jaren na de behandeling nog met vermoeidheid, spier- en gewrichtsklachten - bijvoorbeeld na verwijdering van de lymfeklieren vanwege borstkanker - of met seksuele problemen. Deze
klachten bemoeilijken hun werk en lichamelijke en sociale activiteiten. Huisartsen moeten zich voorbereiden op een grotere rol in de nazorg aan deze patienten.
Nazorg
Na afronding van de specialistische behandeling in het ziekenhuis is de huisarts de aangewezen persoon voor de nazorg. Twee tot vijf jaar na de diagnose blijken borstkankerpatienten 24% vaker bij de huisarts te komen, prostaatkankerpatienten 33% vaker en darmkankerpatienten 15% vaker dan
patienten van gelijk geslacht en met dezelfde leeftijd. Bij darmkankerpatienten is het zorggebruik vooral verhoogd bij relatief jonge patienten zonder bijkomende chronische ziekte. NIVEL-programmaleider Joke Korevaar: "Jongere patienten gaan normaal gesproken natuurlijk minder naar de huisarts
dan ouderen, dus een kleine toename lijkt al snel veel. Ouderen of mensen met comorbiditeit - bijkomende aandoeningen - zullen eerder consulten combineren. Ze gaan bijvoorbeeld al vanwege diabetes naar de huisarts en stellen in hetzelfde consult vragen over andere klachten."
LINH
Voor het onderzoek is gebruikgemaakt van gegevens uit het Landelijk Informatienetwerk Huisartsenzorg (LINH) over het huisartsenbezoek tussen 2001 en 2010 van 1256 vrouwen met borstkanker, 503 mannen met prostaatkanker en 487 mensen met darmkanker. De onderzoekers keken naar de periode tussen
twee en vijf jaar na de diagnose en vergeleken deze met patienten zonder kanker uit dezelfde praktijken. Het Landelijk Informatienetwerk Huisartsenzorg telt 84 huisartspraktijken met meer dan 335.000 patienten. In deze praktijken worden continu `productiegegevens' over aandoeningen, aantallen
contacten/verrichtingen, geneesmiddelvoorschriften en verwijzingen verzameld.
© Nieuwsbank