Registratie en analyse van geweld door politieagenten zeer gebrekkig

Uit onderzoek van NU.nl blijkt dat de registratie en analyse van geweld door politieagenten veel gebreken vertoont. Uit gegevens die via de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) zijn opgevraagd bij de politie, blijkt dat de Nationale Politie vrijwel niet in staat is incidenten systematisch te analyseren. Nu.nl heeft een jaar geleden het verzoek gedaan om alle formulieren van geweldsincidenten te kunnen inzien op basis van de Wob.

De politie-eenheden hebben allemaal een andere manier van analyseren en registreren, waardoor een eenduidige landelijke analyse vrijwel onmogelijk. Ook zijn formulieren, die na een geweldsincident waarbij een politieagent betrokken is, niet volledig gedigitaliseerd. Volgens de onderzoekers liggen er vanaf 2010 meer dan 45.000 papieren documenten in de archieven, zonder dat de politie deze kan evalueren.

Politieagenten moeten een melding maken bij de politiechef wanneer ze betrokken zijn geweest bij een geweldsincident. De hogere politiefunctionaris moet daarover vervolgens een formulier invullen. In opdracht van het Openbaar Ministerie doet de Rijksrecherche alleen onderzoek bij ernstige geweldsincidenten waarbij politiemensen betrokken zijn. Bijvoorbeeld wanneer de politie heeft geschoten op een verdachte. Volgens de politie is er in 0,7 procent van alle geweldsincidenten sprake van een dergelijk ernstig incident.

De gegevens die de onderzoekers hebben ingezien bevatten echter persoonlijke informatie van de betrokken politieagenten, waardoor deze onleesbaar gemaakt werden. Bovenstaande video is de documentaire 'De kogels na het kampioenschap' van Zembla. Het Amstelveense amateurvoetbalelftal RKAVIC-4 wordt op 14 mei 2011 kampioen. Het kampioenselftal gaat naar de binnenstad in Amsterdam. Ze gaan het kampioensfeest vieren. Een politieagent met politiehond ziet de luidruchtige groep en wil twee mannen aanhouden, waarna zich in korte tijd een drama voldoet. De politieagent schiet vier keer met zijn dienstwapen omdat hij zich bedreigd voelt. Twee minuten na de aanhouding is één van de mannen, de 31-jarige aanvoerder Michael Koomen, op slag dood. Twee andere mannen raken zwaargewond. Negen mannen uit de groep worden gearresteerd voor poging tot doodslag.

De verklaringen van de politieman blijken achteraf geen overeenkomsten te hebben met de beeldopnamen van de beveiligingscamera's in de straat. Politieagent Fred B. wist echter niet dat die beeldopnamen waren gemaakt. B. verklaarde: 'Ik zag een grote woedende groep voor mij, die mij schopten op mijn armen, mijn benen en gezicht'. Op de beveiligingsbeelden is geen woedende groep te zien. Wel is door de beveilingscamera's opgenomen dat de politieagent uithaalt naar een van de jongens, die wil weten waarom de twee spelers worden aangehouden. De man die zomaar werd geslagen door de politieagent begint vervolgens herhaaldelijk met terugslaan. Hij is ongewapend. Op de beveiligingsbeelden is ook te zien hoe twee van zijn vrienden hun kameraad tegenhouden, die de politieagent op zijn schouder en rug heeft geslagen. Ook Michael Koomen houdt zijn vriend herhaaldelijk tegen.

De politieagent heeft daarna vier keer geschoten met zijn dienstwapen. Michael Koomen wordt dodelijk getroffen door een politiekogel in zijn hoofd, terwijl hij juist degene is die verdere escalatie aan het voorkomen is. Uit onderzoek blijkt dat de politieagent tijdens de verhoren meerdere keren onjuist verklaard heeft. Hondengeleider Fred B. blijkt eerder te zijn veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf en boete voor mishandeling van een geboeide arrestant.

Bron: Crimescene.pro