Staten kritisch over evaluatierapport huisvesting

Provinciale Staten zijn kritisch over de resultaten van het evaluatierapport van Twynstra en Gudde over de huisvesting van de provincie. Dat bleek tijdens de behandeling van het rapport in de Statenvergadering van maandag 17 juni. De PvdA, SP en PVV dienen tijdens deze vergadering een motie van wantrouwen in tegen verantwoordelijk bestuurder, Bart Krol. Door de ChristenUnie is een motie van afkeuring ingediend. De beide moties halen geen meerderheid in de Staten.

De PvdA, PVV en SP zetten vraagtekens bij de betrokkenheid en wijze van informatieverstrekking aan Provinciale Staten en over de keuzes die gemaakt zijn uit de mogelijke saneerders. Ook betreuren enkele partijen de opzet van het onderzoek, waarin enkele externe adviseurs en de koper niet zijn geinterviewd. Er worden ook vragen gesteld over de rol van de betrokken projectleider. De meeste vragen die de fracties stellen gaan over de rol van de verantwoordelijke gedeputeerde.

Alle partijen beamen dat er verkeerde inschattingen zijn gemaakt. Daarbij wijzen zij ook op de rol van externe adviesbureaus en juridische adviseurs, die door de provincie zijn geraadpleegd gedurende het proces. Enkele partijen zijn van mening dat er problemen zijn ontstaan door een opeenstapeling van verkeerde adviezen. Op verzoek van Provinciale Staten hebben Gedeputeerde Staten Twynstra Gudde de opdracht gegeven om een evaluatieonderzoek uit te voeren. Het onderzoek was als afsluiting van het huisvestingsproject.

Gedeputeerde Krol legde uit dat keuze van saneringsbedrijven tijdens de aanbesteding is gebaseerd op kostenraming van Gedeputeerde Staten. Hij constateerde dat in de afspraken-overeenkomst tussen de provincie en de koper een discrepantie zit, die op verschillende wijze geinterpreteerd kan worden. Zijn vertrouwen tijdens het juridische proces was gebaseerd op het feit dat hij geadviseerd werd door een betrouwbaar advocatenkantoor.

Gedeputeerde Krol geeft aan dat hij met de huidige kennis van nu anders tegen de situatie aan kijkt. Hij wil niet wijzen naar externe adviseurs. Wel geeft hij aan dat hij wellicht meer had kunnen sparren met collega's, second opinions had kunnen opvragen of vaker had kunnen afstemmen met Provinciale Staten. Gedeputeerde Krol geeft aan dat hij de volledige politieke verantwoordelijkheid draagt voor het totale huisvestingsdossier. Hij is van mening dat je vertrouwen moet verdienen om als gedeputeerde te kunnen functioneren. Daarom laat hij de keuze aan de Staten of zijn handelen gevolgen zal hebben. Tijdens de stemming worden de moties van wantrouwen en afkeuring verworpen. Het statenvoorstel onderzoek huisvestingdossier wordt vervolgens aanvaard.

Bron: Nieuwsbank