Direct je persbericht verspreiden onder journalisten, social-media en zoekmachines.
Startpunt voor de verspreiding van nieuwswaardige content.
Datum: zaterdag 8 juni 2013
Bron: Actueel Nieuws
Verschillende fracties willen dat de gemeente muziekpodium Azotod in De Meern tegemoet komt in zijn verzoek om een terras en normale horeca te mogen beginnen. Daarom stellen D66, VVD en GroenLinks het college hier vandaag vragen over.
Regels belemmeren horeca
Azotod worstelt al sinds 2010 met zijn begroting en heeft in een uiterste poging om te overleven het muziekpodium aan de gemeente te koop aangeboden, om het daarna terug te huren. In het verleden zijn aanvragen om een terras en normale horeca te mogen beginnen door de gemeente geweigerd, omdat het zou gaan om een culturele instelling. D66-raadslid Lars Roodenburg snapt dit niet: 'Ondernemers worden hier duidelijk belemmerd door de regels van gemeente, terwijl deze voorziening precies is wat de jongeren van Vleuten, De Meern en Leidsche Rijn nodig hebben! We moeten ons Azotod niet laten ontglippen, maar juist zo goed mogelijk faciliteren.'
Muziekpodium als ontmoetingsplek Al meer dan dertig jaar is muziekpodium Azotod een belangrijke toevoeging aan de wijk. Zowel de gemeenteraad als de wijkraden van Vleuten, De Meern en Leidsche Rijn benadrukken keer op keer dat er behoefte is aan meer horecavoorzieningen, in het bijzonder voor jongeren in de buurt. VVD-raadslid Dimitri Gilissen: 'Als raad hebben we met het nieuwe Ontwikkelingskader Horeca mogelijk gemaakt dat er meer ruimte komt voor nieuwe initiatieven. Aandacht voor bestaande initiatieven en inzet voor het behouden van Azotod in De Meern horen daarbij.'
Belangrijke maatschappelijke functie
GroenLinks-raadslid Jan Ravesteijn sluit zich aan bij Roodenburg en Gilissen. 'Azotod is een van de weinige voorzieningen in De Meern, gerund door en voor jongeren uit de wijk. Het toevoegen van horeca en een terras biedt hen de mogelijkheden om Azotod financieel draaiende te houden. Daarbij mag regelgeving niet belemmerend werken', aldus Ravesteijn.