Direct je persbericht verspreiden onder journalisten, social-media en zoekmachines.
Startpunt voor de verspreiding van nieuwswaardige content.
Datum: vrijdag 17 mei 2013
Bron: Actueel Nieuws
Werk en/of school
Webbink onderzocht welke factoren van invloed zijn op de omvang en aard van de kinderarbeid. Dat verschilt per regio, maar een algemene bevinding is: werkende kinderen besteden minder tijd aan school. En: zodra het kan - welvaart is overal de belangrijkste factor die de mate van kinderarbeid beinvloedt - zie je dat ze minder gaan werken en meer naar school gaan. De meeste kinderen combineren werk en school: gemiddeld gaat in Afrika 26 procent van de meisjes en 22 procent van de jongens helemaal niet naar school; in Azie gaat gemiddeld 13 procent van de meisjes en 17 procent van de jongens niet naar school.Moeten werken, mogen werken
Maar gemiddelden zeggen niet alles - want uit bovenstaande cijfers zou je bijvoorbeeld kunnen afleiden dat meisjes in Azie het beste af zijn, qua ontwikkelingskansen. Dat mag gemiddeld zo zijn, maar Webbink stelde ook vast dat meisjes in de traditionelere gebieden van Azie vooral huishoudelijk werk doen en niet betrokken zijn bij familiebedrijfjes, omdat die doorgaans worden overgenomen door de zonen. 'In de meest traditionele gebieden in Azie komt het er meer op neer dat meisjes niet mogen werken in plaats van dat ze het niet hoeven. Dat beeld zie je niet in Afrika: daar dragen jongens en meisjes, ook in de traditionelere regio's, beiden hun steentje bij. Dat vond ik wel een opvallende bevinding. Het roept de vraag op of niet werken per definitie gunstig is voor de ontwikkeling.'Per regio anders
Internationale hulporganisaties en nationale overheden van ontwikkelingslanden willen graag dat kinderen meer naar school gaan en minder werken. Omdat Webbinks onderzoek duidelijk maakt welke factoren van invloed zijn op de omvang van kinderarbeid, kunnen haar bevindingen dus interessant zijn voor beleidsmakers. Die moeten zich goed realiseren dat de invloedrijke factoren per regio verschillen: een maatregel die in de ene regio een gunstig effect heeft op het terugdringen van kinderarbeid, kan in een andere regio een averechts effect hebben. Bijvoorbeeld: in de meeste regio's vermindert de aanwezigheid van basisvoorzieningen (zoals water en elektriciteit) de tijd die kinderen besteden aan huishoudelijk werk en werk voor het familiebedrijf (denk aan dieren verzorgen, helpen op het land). In landelijke gebieden in Azie [echter, leidt de aanwezigheid van hulpbronnen juist tot meer bedrijvigheid en tot meer uren onbetaalde kinderarbeid. Het komt voor, aldus Webbink, dat zulk werk wordt `verpakt' als een vorm van stage. Dan zou het de ontwikkeling van kinderen juist bevorderen. `Maar of zulke "stages" werkelijk het bedoelde effect hebben, wordt niet gecontroleerd. En dan ligt de kans op uitbuiting op de loer.'
Ellen Webbink maakte voor haar promotieonderzoek gebruik van gegevens uit de Database Developing World. In ontwikkelingslanden worden grootschalige onderzoeken gedaan naar gezondheid, leefomstandigheden, werksituatie, onderwijs enzovoort. Socioloog/econoom Jeroen Smits (Radboud Universiteit) heeft, samen met onder anderen Ellen Webbink, gegevens uit deze onderzoeken sinds 2004 in een database verzameld en onderling vergelijkbaar gemaakt. Zo is een database ontstaan met gegevens over miljoenen huishoudens in meer dan honderd ontwikkelingslanden.
Bron: Nieuwsbank