Direct je persbericht verspreiden onder journalisten, social-media en zoekmachines.
Startpunt voor de verspreiding van nieuwswaardige content.
Datum: donderdag 6 december 2012
Bron: Actueel Nieuws
De Raad voor de rechtspraak uit twijfels over het doorbreken van het medisch beroepsgeheim als oplossing voor de ontwikkeling dat steeds meer verdachten weigeren mee te werken aan forensisch gedragskundig onderzoek. Deze weigering kan het opleggen van een TBS-maatregel bemoeilijken. De Raad zet zijn vraagtekens in het deze week verschenen PDF wetgevingsadvies over de Tweede nota van wijziging van de Wet forensische zorg.
In de wetswijziging, die vorige week bij de Tweede Kamer is ingediend, wordt voorgesteld om de middelen te verruimen voor het opvragen van medische gegevens van verdachten die weigeren mee te werken aan forensisch gedragskundig onderzoek. Deze groep verdachten, de zogenoemde weigerende observandi, is de laatste jaren gegroeid tot zo'n zeventig per jaar. De weigering mee te werken kan onder meer het opleggen van de TBS-maatregel bemoeilijken. Als oplossing hiervoor zouden de mogelijkheden voor het verkrijgen en gebruiken van deze medische informatie vergroot moeten worden.
Dit betekent een forse inbreuk op het (medisch) beroepsgeheim, stelt de Raad in zijn advies. De Raad vraagt zich af of deze inbreuk wordt gerechtvaardigd door het hiermee te bereiken doel. Naar verwachting zal maar in een zeer beperkt aantal gevallen iets met de medische informatie kunnen worden gedaan. Gelet op het belang dat in de samenleving wordt gehecht aan het beroepsgeheim van behandelaars, zijn er volgens de Raad meer waarborgen nodig in de rechtsgang. In het advies wordt gesuggereerd de beslissing of deze informatie verstrekt mag worden, in handen te leggen van een landelijke rechterlijke instantie: de penitentiaire kamer van het gerechtshof Arnhem. Deze kamer kent ook een uitgebreide samenstelling, met naast drie raadsheren ook een psychiater en een psycholoog. Gelet op haar huidige taken, kennis en ervaring lijkt de penitentiaire kamer bij uitstek geschikt voor deze taak.
Daarnaast bepleit de Raad in zijn advies dat rechters genoeg ruimte krijgen bij het opleggen van forensische zorg aan verdachten en veroordeelden. Deze specifieke zorg kunnen plegers van een delict met een psychische of psychiatrische stoornis door de rechter krijgen opgelegd. Die forensische zorg is meestal onderdeel van de straf of maatregel die tegen de verdachte wordt uitgesproken. Een belangrijk doel van de behandeling is het verkleinen van de kans dat daders in herhaling vallen. De behandeling kan ambulant zijn of gebeuren in een forensisch psychiatrisch centrum. In 2011 behandelden deze centra in totaal zo'n tweeduizend clienten met een justitiele achtergrond.
In de wetswijziging staat dat rechters forensische zorg in principe opleggen op basis van een indicatiestelling. Alleen als tijdens de zitting zelf blijkt dat deze zorg nodig is en er op dat moment geen indicatiestelling is, mag de rechter op eigen houtje zorg opleggen. Deze uitzondering houdt
te weinig rekening met hoe deze zaken in de praktijk werken, stelt de Raad. Vaak is al voordat de zitting plaatsvindt duidelijk dat het wenselijk is dat de verdachte extra zorg krijgt. In die gevallen moet de rechter nog steeds op de indicatiestelling wachten. Dat leidt tot schorsingen en vertragingen. Daarom stelt de Raad voor dat de rechter na het horen van alle partijen de forensische zorg kan opleggen, ook als er nog geen indicatiestelling is. Op die manier kunnen strafzaken flexibeler en sneller worden afgehandeld.
© Nieuwsbank
actueel, actueel nieuws, nieuws, Actueel Nieuws 030, dagelijks nieuws, nieuws actueel,