Direct je persbericht verspreiden onder journalisten, social-media en zoekmachines.
Startpunt voor de verspreiding van nieuwswaardige content.
Datum: zaterdag 3 november 2012
Bron: Actueel Nieuws
In een tussenarrest is de verzochte verandering van eis van de Vereniging Consument & Geldzaken door het gerechtshof Amsterdam vandaag afgewezen.
In zijn uitspraak oordeelt het hof dat zich geen uitzondering voordoet op de strakke regel die hiervoor geldt. De Vereniging heeft zich beroepen op een rapport dat is gebaseerd op gegevens die voor het overgrote deel al bekend waren voordat de Vereniging op 7 september 2006 haar vorderingen bij de memorie van grieven in hoger beroep formuleerde. De Vereniging heeft onvoldoende duidelijk kunnen maken dat sprake is van nieuwe feiten die een eiswijziging in deze fase van de procedure kunnen rechtvaardigen. Het hof heeft de eiswijziging daarom geweigerd.
Het betreft hier een tussenuitspraak die alleen gaat over de door de Vereniging verzochte eiswijziging. De hoofdprocedure betreft een zogenaamde collectieve actie van een vereniging bestaande uit deelnemers die met Aegon overeenkomsten hebben gesloten onder de productnaam ‘Sprintplan’.
De eiswijziging door de Vereniging
In hoger beroep geldt in beginsel de regel dat de partij die hoger beroep instelt maar één keer de gelegenheid heeft zogenaamde grieven tegen het vonnis van de rechtbank aan te voeren. Dat moet zij in een schriftelijk processtuk – de memorie van grieven – doen. Een ‘grief’ is elke reden of elk argument dat wordt aangevoerd om het hof te bewegen een andere beslissing te nemen dan de rechtbank heeft gedaan. Een verandering of vermeerdering van eis geldt ook als een grief. De gedachte achter de regel is dat het geschil tussen partijen niet onnodig mag worden opgerekt. Op die regel bestaan uitzonderingen. Eén van die uitzonderingen is dat voorkomen moet worden dat de rechter een oordeel geeft op grond van inmiddels achterhaalde of onjuist gebleken feiten. In dat geval zou immers mogelijk een nieuwe procedure gestart moeten worden en dat kost tijd en geld. Er is echter géén reden om een uitzondering te maken als de feiten waarop de eiswijziging is gebaseerd, al veel eerder bekend waren, maar de eisende partij die feiten niet eerder naar voren heeft gebracht, terwijl dit wel had gekund.
Rapport
In deze zaak is het volgende aan de hand. De Vereniging heeft op 8 mei 2012 een akte genomen waarin zij geheel andere vorderingen instelt dan zij jaren eerder bij de memorie van grieven van 7 september 2006 heeft gedaan. De Vereniging heeft aangevoerd dat Aegon het fondsvermogen niet, slechts ten dele of op een andere wijze heeft belegd dan in de productinformatie staat vermeld. Volgens de Vereniging is dat misleidend. Pas na kennisneming van een door een deskundige in opdracht van de Vereniging opgesteld rapport van 29 maart 2012 is dit de Vereniging duidelijk geworden. Daarmee beroept de Vereniging zich op de uitzondering dat na het tijdstip van de memorie van grieven nieuwe feiten zijn gebleken die een eiswijziging in deze fase van de procedure rechtvaardigen.
Geen uitzondering
In zijn uitspraak oordeelt het hof dat zich geen uitzondering op de genoemde strakke regel voordoet. Volgens het hof heeft de Vereniging zich beroepen op een rapport dat is gebaseerd op gegevens (jaarstukken) die voor het overgrote deel al veel eerder bekend waren, namelijk vóór het indienen van de memorie van grieven. De Vereniging heeft ook niet duidelijk kunnen maken waarom zij die jaarstukken niet eerder heeft geanalyseerd. Het hof heeft de eiswijziging vervolgens geweigerd.
Verder verloop procedure
Het verdere verloop van de procedure is als volgt. Het hof heeft de advocaten van de Vereniging en Aegon in de gelegenheid gesteld op 13 november 2012 schriftelijk het hof te laten weten hoe zij de procedure verder wensen voort te zetten
Bron: Rechtspraak.nl