Publieke omroep moet samenwerken met bedrijfsleven

ANN - Staatssecretaris Dekker (Media) ontving vanochtend advies van de Raad van Cultuur, waarin als verandering wordt aangegeven dat de publieke omroepen open moeten staan voor programma’s van niet-omroepen. Zoals bekend dient men te bezuinigen en zijn sinds begin dit jaar een aantal omroepen samengegaan en de zenders Nederland 1, 2 en 3 opnieuw ingedeeld naar doelgroep. Nu wordt aangegeven dat de omroepen meer moeten meebewegen met de veranderingen in het medialandschap. Online video wint aan populariteit en de internationale concurrentie neemt toe.

Het overkoepelend bestuursorgaan NPO dient zich creatiever op te gaan stellen. Hoofdredacteuren zullen per genre bepalen wat op tv komt en dit voor minimaal vijftig procent bestellen bij de omroepen. De rest mag ook naar anderen gaan. Daarmee krijgen de omroepen concurrentie van bedrijven die hun programma’s rechtstreeks bij de NPO kunnen aanbieden. Dit biedt, volgens de Raad, kansen voor vrije mediaproducenten. De Raad hoopt dat de NPO meer gaat werken vanuit de inhoud, dan vanuit de interne omroeppolitiek.

'Zo kunnen nieuwe ideeën en stromingen snel toegang krijgen tot de publieke mediadienst en wordt het stelsel dynamisch en hedendaags', schetst de Raad voor Cultuur onder voorzitterschap van Joop Daalmeijer.

De publieke omroep moet zich meer onderscheiden met programma’s die de kijker weten te boeien en binden. Nieuws, Nederlandse series en documentaires, wetenschap, cultuur en kindertelevisie moeten prioriteit worden voor de Publieke Omroep. Omroepen moeten zich specialiseren in bepaalde genres of bepaalde doelgroepen.

Lid worden van een omroep zal in de toekomst ook verdwijnen. Men zal zich op andere manieren moeten gaan identificeren bij het publiek. Er dient ruimte te komen voor experimenten, waarbij regionale omroepen, dag- en nieuwsbladen kunnen samenwerken en content leveren aan de omroepen.

Robbert Verheij - ANN