Daan van Golden Reflecties 1 februari t/m 4 mei 2014

Reflecties, schaduwen, patronen en silhouetten spelen een belangrijke rol in het werk van Daan van Golden (Rotterdam, 1936). Van Golden koestert deze beelden als geen ander en schildert met uiterste precisie en groot geduld zijn ‘toevallige’ onderwerpen. In de nieuwe solotentoonstelling die GEM, museum voor actuele kunst, Den Haag, aan Van Golden wijdt, is het thema reflecties het uitgangpunt. Reflecties waarbij de toeschouwer zichzelf ziet; silhouetten waarin een andere voorstelling verborgen zit; de toevallige vormen van schaduwen en patronen die hem lief zijn. Bijvoorbeeld het patroon van de sjaal van een geliefde dat hij herhaaldelijk schildert als een fetisj; in alles draait het om de reflectie, van onszelf, van een toevallige voorstelling, van een geliefde herinnering. Het Gemeentemuseum Den Haag beheert een omvangrijke collectie Van Golden, die voor deze tentoonstelling wordt aangevuld met vele bruiklenen uit particuliere en museale collecties, en enkele recente werken uit het persoonlijk bezit van de kunstenaar, die nog niet eerder zijn getoond.

Daan van Golden kijkt met ongewone opmerkzaamheid naar de wereld, waarbij hij door een stroom van associaties steeds nieuwe vormen en patronen ontdekt. Zijn open houding ten opzichte van het leven en objecten en zijn geconcentreerde, precieze werkwijze vormen de kern van zijn oeuvre. Hij staat open voor het onbekende en onverwachte, zoekt naar het één en vindt het andere. Hij fotografeert en schildert. Steeds keren abstract-decoratieve patronen gebaseerd op alledaagse voorwerpen terug in zijn werk. Door bestaande patronen als uitgangspunt te nemen vervaagt Van Golden de scheidslijn tussen leven en kunst. Met ongebreidelde verbeeldingskracht en fantasie van de kunstenaar komen vertederende mens-of dierfiguurtjes tevoorschijn uit vormen en tegenvormen, die vervolgens door hem worden uitvergroot. Toeval speelt een belangrijke rol; een motief dat zijn aandacht trekt wordt naar voren gehaald. Van Golden vestigt zo de aandacht op de rol van de waarneming tijdens het werken.

Van Golden, die in eerste instantie expressieve doeken vervaardigde, maakte tijdens een verblijf in Japan (1962-1964) kennis met een verfijnde traditie die hem leerde over aandacht en vakmanschap, over ontvankelijkheid ten opzichte van de wereld en over het materiaal van de schilder. Hier viel alles op zijn plaats; het aandachtig kijken naar de schoonheid van het alledaagse wordt een belangrijk aspect binnen zijn oeuvre. In het naschilderen van de bestaande patronen als repetitieve handeling ontstaat volgens Van Golden de hoogste vorm van meditatie.

Van Golden geniet inmiddels wereldwijde bekendheid en vormt een groot inspirator voor de generaties na hem. Zijn werk bevindt zich in toonaangevende internationale collecties. Hij vertegenwoordigde Nederland op de Biënnale van Venetië (1999). In 2011 ontving hij de oeuvreprijs beeldende kunst van het Fonds BKVB