Schrappen verbod godslastering belangrijk signaal

Amsterdam, 20130319 -- Woensdag 20 maart behandelt de Tweede Kamer het initiatiefwetsvoorstel dat het verbod op smalende godslastering uit het Wetboek van Strafrecht wil schrappen. Het Humanistisch Verbond vindt het zowel nationaal als internationaal van belang dat er een einde komt aan het verbod op blasfemie. 

Boris van der Ham, voorzitter van het Humanistisch Verbond, diende de wet destijds als D66-Kamerlid in, samen met VVD en SP. Los van het Nederlandse debat over de vrijheid van meningsuiting benadrukt hij nu het signaal dat daarmee internationaal ook wordt afgegeven. 

Van der Ham: “In veel landen wordt het verbod op godslastering aangegrepen om vrijheid van meningsuiting in te perken. Vorige week bepleitte de Organisatie voor Islamitische Samenwerking (waarvan 57 landen lid zijn) bij de Verenigde Naties nog voor een wereldwijd verbod op blasfemie. In zeven landen riskeren humanisten en atheïsten de doodstraf; onder het mom van godslastering worden ook christenen en vrijzinnige gelovigen vervolgd. In Rusland werd ‘godslastering’ door de Russisch Orthodoxe kerk aangegrepen om de popgroep ‘Pussy Riot’ in de cel te gooien. Dat zijn ernstige schendingen van mensenrechten.” 

Het Verenigd Koninkrijk besloot al in 2008 het goede voorbeeld te geven door hun blasfemieverbod te schrappen. Nederland moet een dergelijk signaal ook afgeven, vindt Van der Ham.   

Actie vanuit het Humanistisch Verbond 
Het Humanistisch Verbond is op haar website www.humanistischverbond.nl een actie gestart om bij de volgende VN-bijeenkomst in november tegenwicht te bieden aan de roep om godslastering aan banden te leggen. De vereniging van internationale humanisten, The International Humanist and Ethical Union (IHEU) vroeg begin deze maand al aandacht voor de vervolging van ongelovigen op basis van ‘religiekritiek’ tijdens de jaarlijkse voorjaarsvergadering van de Mensrechtenraad van de Verenigde Naties. 

Geschiedenis van godlastering in Nederland 
Het verbod op smalende godslastering werd ingevoerd in 1932, en leidde in Nederland in 1966 tot de laatste rechtszaak. Na de moord op Theo van Gogh overwoog toenmalig minister Donner de wet weer nieuw leven in te blazen. Daarop volgde het initiatiefwetsvoorstel van Van der Ham, Teeven en De Wit om de wet juist te schrappen. Van der Ham: “Over elke opvatting moet publiek debat mogelijk zijn. Religie moet hierin geen aparte status hebben. Als op de vrijheid van meningsuiting wordt ingeboet, zullen niet de beste bijdragen in het publieke debat meer klinken, maar slechts de minst controversiële’, aldus van der Ham.”

© Nieuwsbank

Heb jij een mening die je graag wilt delen over dit onderwerp stuur het dan naar info@actueelnieuwsnederland.nl en schrijf duidelijk erbij over welk artikel het gaat.