Strijd tegen vrijheidsbeperking zorg

In de langdurige zorg is een extra inspanning nodig om ingrijpende vrijheidsbeperkende maatregelen verder terug te dringen. Dat blijkt uit onderzoek dat de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) deed naar de voortgang in het realiseren van de intentieverklaring Zorg voor Vrijheid. V&VN is medeondertekenaar van deze intentieverklaring. 

De inspectie onderzocht bij instellingen in de gehandicapten- en psychogeriatrische zorg of zij nog gebruik maken van onrustbanden en afzondering. Bijna de helft gaf aan deze middelen niet meer te gebruiken. De IGZ stelt dat, waar onrustbanden nog gebruikt worden, dit in 78% van de gevallen minder zorgvuldig of onzorgvuldig gebeurt. Dat betekent dat er geen second opinion wordt gevraagd of dat er geen strategie gebruikt wordt voor het beeindigen van het gebruik van de band. Positief is wel dat in vrijwel alle gevallen de zorgprofessionals en de familie of clientvertegenwoordigers 
betrokken zijn. 

Verbetering 
In de ouderenzorg is het gebruik van vrijheidsbeperkende maatregelen fors gedaald. Uit onderzoek van het Trimbosinstituut blijkt dat in 2011 70% van de 140 onderzochte huizen voor mensen met dementie geen gebruik meer maakt van onrustbanden, zonder dat het gebruik van antipsychotica gestegen is. Verpleegkundigen, verzorgenden en zorginstellingen delen het inzicht dat het middel erger is dan de kwaal. De lijst met alternatieven voor onrustbanden groeit. Het onderzoek van de IGZ maakt duidelijk dat er ook ruimte is voor verbetering: zware vrijheidsbeperkende middelen zijn nog niet volledig uitgebannen.

 © Nieuwsbank